Hoe lokaal eten exotisch wordt

We vinden het belangrijk dat iedereen voldoende te eten heeft én dat het milieu wordt gespaard.  Toch is eten vaak óf betaalbaar óf duurzaam. En dat zie je terug op lokale voedselmarkten.

Van oudsher is de voedselmarkt een ontmoetingsplek met eten uit de regio. Uit de regio betekent: goed voor het milieu en de werkgelegenheid. En een kort lijntje tot de boer: betaalbaar, vers en transparant. Hoe zit dat tegenwoordig?

Qua lokaal aanbod is de ene markt de andere niet; op het Amsterdamse Plein ’40-’45 overheersen reststromen van de internationale veiling, die voor bodemprijzen weg mogen. Terwijl op de biologische Noordermarkt in de Jordaan de producenten zélf staan. Lokaal en bio; maar helaas niet voor iedereen betaalbaar.

Gek genoeg wordt eten goedkoper als het meer kilometers aflegt. Zo reizen Belgische garnalen eerst naar Marokko om gepeld te worden, voor ze in België goedkoop verkocht worden. En Nederlandse appeltjes worden uit de markt gedrukt door internationale neefjes. Al deze extra kilometers dragen bij aan de CO₂-uitstoot.

De terugkeer van boerenmarkten is voor het milieu dus goed nieuws. Maar ze bedient alleen een welgestelde groep. En in steden wordt er een afweging gemaakt om ‘gewone’ óf boerenmarkten te steunen. Wat een keuze is tussen betaalbare óf duurzame markten. Terwijl beleid juíst gericht moet zijn op het overbruggen van de ‘groene kloof’.

Meer lezen

Meer over de massale voedselverhuizing