Basiszekerheid

Een veelgehoord argument tegen het basisinkomen gaat over het prijskaartje ervan: een nobel idee, maar waar haal je het geld vandaan? De crux is dat het basisinkomen niet op zichzelf staat; het verdient zich terug als het wordt doorgevoerd sámen met andere hervormingen.

Om te beginnen is het van belang dat het basisinkomen in de plaats komt van uitkeringen, subsidies, aftrekposten, premies en toeslagen. Het wegvallen van deze bureaucratie in onze sociale en fiscale stelsels scheelt geld, want de overheid wordt stukken kleiner en eenvoudiger.

Ook komt het basisinkomen in de plaats van het minimumloon en de belasting op arbeid. Deze kostenposten maken arbeidsplekken voor werkgevers nu onbetaalbaar. Dat is voor iedereen nadelig – ook voor werknemers. Zónder deze kostenposten ontstaat weer een werkelijk vrije arbeidsmarkt. De fiscus loopt in zo’n systeem inkomsten mis. Maar dat vangen we op door wél belasting te heffen op de grondstoffen die we gebruiken.

Er is dus een grotere hervorming nodig dan het basisinkomen alleen. Samen met wapenbroeders ‘Afschaffing minimumloon’ en ‘Belasting op grondstof in plaats van arbeid’ komt het basisinkomen tot zijn recht en maken we een sprong voorwaarts: naar een gehalveerde overheid; naar eenvoud en flexibiliteit. Naar een basiszekerheid voor iedereen.

De drie ingrediënten voor een basiszekerheid:

Basisinkomen
Belasting op grondstof
Vervanging minimumloon