Hoe de natuur uit het woordenboek verdwijnt

Engelse kinderen hoeven woorden als ‘boterbloem’, ‘adder’ en ‘kastanje’ niet meer te leren. Voor het leven in de 21e eeuw zijn ‘broadband’ en ‘Ctrl+C’ veel belangrijker. Dat besloot de redactie van de Oxford Junior Dictionary, een toonaangevend woordenboek. Een terecht besluit? Onderzoekers van de universiteit Cambridge ontdekten dat kinderen beter Pokémon kunnen benoemen dan echte dieren.

Woorden evolueren natuurlijk voortdurend. Het zijn echter niet alleen de woorden die verdwijnen, maar ook de dieren en planten waarnaar ze verwijzen. Zo zijn er nu 75% minder insecten dan dertig jaar geleden. Zonder insecten kunnen bloemen zich niet voortplanten, hebben vogels niets te eten en worden karkassen niet opgeruimd.

De natuur is een Jenga-toren en wij hebben de onderste steen weggetrokken. Toch hebben we het daar nauwelijks over. Niet omdat het niemand kan schelen: bladluizen en koolmezen spelen gewoon geen rol in het dagelijks leven. Maar door minder over de natuur te praten, maken we onbedoeld een politieke keuze. We besteden onze aandacht en ons geld niet aan klimaatverandering of ontbossing, maar aan andere zaken. Dit proces is al verder gevorderd dan we denken. Het roodborstje ken je – maar heb je weleens gehoord van blauwborst, boomklever, of baardmannetje?

Meer lezen

Kinderen herkennen Pokémon eerder dan dier
Insecten verdwijnen uit Duitsland
De zesde uitstervingsgolf